De Nederlandse Hervormde Kerk was sinds 1816 de naam voor de Nederduits(ch)e Gereformeerde Kerk. De diaconie is in de Nederlandse protestantse kerken de rechtspersoon van een plaatselijke kerkelijke gemeente, die wordt bestuurd door het College van Diakenen. Het beheer van de diaconie is strikt gescheiden van het beheer van de kerk, het betreft twee verschillende rechtspersonen. De inkomsten van diaconieën bestaan doorgaans o.a. uit collectes tijdens de kerkdienst bestemd voor de diaconie.
In het verleden richtte de diaconie armenhuizen in voor mensen die buiten hun schuld dakloos waren. Ze speelde ook een rol bij het oprichten van protestantse ziekenhuizen.
Uit de archieven
In de archieven van Leersum zijn verschillende teksten te vinden die betrekking hebben op de financiële positie van de Diaconie en over het wel en wee van het ‘armenhuis’.
De Financiën
•21-1-1790 de predikant met een deel van de kerkenraad komt vertellen de slechts financiële toestand van de diaconie. Gerecht zal met Darthuizen overleggen.
•11-2-1790 drossaard is met ds. Gobius naar Doorn gereisd omdat de schout van Darthuizen hun daar had ontboden. Voor de tekortkomende penningen draagt Darthuizen 24% en Leersum 76% bij. Darthuizen kost dit 34 gl en Leerum 108.
•4-4-1793 predikant en kerkenraad verzoeken 150 gl voor de diaconie.
Het Armenhuis
•Jacob van Geresteijn een armenhuijse gebouwd in 1743 met een haardstede.
•Huizen gebouwd tussen 1756-1764. De diaconie van Leersum een arme huijsje, gebouwd in 1764 met een haardstede en kan niets lasten.
Volgens de Minuutplans uit 1824 staat er aan de Nieuwesteeg een huis wat behoort aan de diaconie. Zie huis nr. 262 Voor meer informatie kijk onderaan de volgende pagina.
•26-4-1724 Dat vervolgens naa examinatie der respective inwoonders deeser juresdictie is ondervonden, aldaer meede te sijn eene Huijgh van Es en sijne huijsvrouw, Jan Huijberts met sijne huijsvrouw en kinderen, Cornelis met sijn vrouw en kinderen, althans ingetrokken bij Claes gerrits tot Ginkel, en dat het te dugten is dat deselve persoonen ende kinderen, dewelke zij mogen coomen agter te laeten, in tijt en wijle tot armoede sullen vervallen, en vervolgens souden sijn tot een last deeses geregts, off diaconie.
•6-3-1729 zeker vrouwspersoon genaamd Anne en zoo berigt word geboortig van Ijselstein gewoond hebbende voor dienstmaagd bij Jan Wouterse van Ginkel tot laatstleden St Peter en aldaar geduurende den tijd van hare wooninge een kind in onegte heeft geteeld dat zij op gemlde St Pieter 1729 van der gemeld Jan Wouterse vertrekkende haren intrek heeft genomen bij eenen Jan Cobussen van Voskuyle won op de Bunt tot Leersum zijnde desen voorsz Jan Cobusse een weduwnaar med vier kinderen ende zeer arm zoo dat niet in staat is om zijne ongelden te konne betaale en tot kosten der diaconije alhier is groot gebragt en het te dugten is dat de kinderen van den voorsz Jan van Voskuijle wederom zullen komen te vervallen tot lasten van den Diaconije en dat de voorsz persoone te zamen van voornemen waren om haar te begeven in den huwelijken staat en vervolgens te zamen vervalle tot laste van den armen of geregte. Anne moet een acte van indemniteit halen. Ook ene Hendrik Lodder met zijn vrouw en Gerrit Elissen met zijn vrouw staan te duchten te vervallen tot armoede. Ook zij moeten acte van indemniteit tonen.
•18-2-1790 Klaas van Ekeris x Hanna Teunisse van Ingen, geboren van Woudenberg thans woonagtig onder deeze Heerlijkheid. Zij verkeren in een armoedige staat zijnde nog in het afgelopene Jaar 1788 van haar beste meubelties berooft en dus eene bedeling hoogst nodig hebben.
•10-9-1795 diaken Evert Aartse van den Brandhof, vertelt dat Willempje de Kruijf bedeelde van de diaconie inwonende in het arme huijsje bij Mares zig ergerlijk gedraagt, drijgende de luijden met haar inwonende te vermoorden, het huijsje in brand te steeken, gevende ook nu en dan blijve van sinneloosheid. Commissie gaat inspectie nemen.
Naastenliefde
Niet in alle gevallen kan de Diaconie hulp bieden en wordt er gezocht naar andere mogelijkheden, zoals in het geval van Antje van Kooij.
•7-12-1775 Predikant en diakenen van Leersum geven aan dat de diaconie moet onderhouden zekere Mie de Kruijff van Leersum geboortig welke zederd eenigen tijd heeft beginnen te delireeren en welke ongesteldheid nu onlangs zodanig is verergerd dat zij te Ijsselstein koomende, zig aldaar geheel ontbloot heeft, doende zulke continueele zotte, en zomwijle ook kwaadaardige daaden en ongeregeldheeden, dat die van den gerechte aldaar genoodzaakt geworden zijn haar provisioneel onder opzigt en naauwe bewaring te houden; dat die van de voors gerechte haar wel provisioneel van het nodige voorzien hebben”, maar nu graag daarvan af willen. De kerkenraad ziet geen kans haar te bewaren. Het gerecht verleent de kerkenraad macht om haar op te sluiten in een publicq huijs of elders.
•19-9-1796 Den ondergeteekende Chirurgijn van de Hooge en Vrije Heerlijkheid Amerongen heeft uijt order van der Drossaart van Leerzum G: Weenink op den 16 septemb. 1796 en volgende daagen, gevisiteert tot Leerzen ten huijze van Claas van Geeresteijn seeker vrouwsperzoon (Anna van Kooij) en heb dezelve bevonden te laboreeren aan een zeer hoog gaande verbijstering kranksinnigheid (mania) in t verstand. Waar van getuijgenis geeve op den 19 sept 1796 J:Querngester.
•15-9-1796 Antje van Kooij, 33 jaar, zederd eenige tijd een vagabondeerend leeven geleid hebbende is dezelve op gisteren uijt Rheenens Agterberg, met een wagen, hier gebragt, en daar dezelve, van haar verstand scheind beroofd, en alle tekenen van krankzinnigheid heeft, is den drosssaard geauthoriseerd, om haar in bewaring te nemen, en haar des noods te doen sluijten.
•20-9-1796 Antje van Kooij wordt opgesloten. En is voorts met de vrouw van Jan van Breenen accoord aangegaan dat zij haar zal voorzien van de nodige kost en drank en dat zij haar moet rijn en klaar houden. Zij krijgt hiervoor 38 st/wk. En is den timmerman Gerrit Versteegh gelast, een hokje of vertrekje ten huijze van Jan van Breenen, op de menageuste wijze te maaken.