1800-1850
Tot aan het eind van de 18e eeuw was er nauwelijks sprake van enige overheidsbemoeienis op het gebied van volksgezondheid en welzijn. De zorg voor zieken en armen werd overgelaten aan het particulier initiatief.
De hygiënische omstandigheden waaronder de Nederlandse bevolking leefde waren slecht. Werklozen, weduwen, invaliden en ouderen werden allen beschouwd als armen en werden in hun lot overgelaten aan de liefdadigheid van anderen. Tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) werd voor het eerst erkend dat volksgezondheid en armenzorg aandacht verdiende van de centrale regering. Ondanks het feit dat het onderwerp volksgezondheid was opgenomen in de grondwet, bleef de overheidsbemoeienis beperkt. bron
In het archief van het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht zijn enkele stukken te vinden die betrekking hebben op epidemieën, lijkschouwing, levering medicijnen en krankzinnigheid. Over de ‘gewone’ gezondheidszorg is er weinig te vinden,
Epidemieën
Evenals de volksziektes als de mazelen, kinkhoest en kinderverlamming, kwamen epidemieën regelmatig voor. Van overheidswege werd er gewaarschuwd voor als er één in aantocht was, zoals in 1799.
•4-11-1779 Publicatie Schout en Geregte van Derthuijsen in ervaring gekomen zijnde, dat de ziekte van de Roode loop zig in den Geregte van Maarn en Maarsbergen heeft geopenbaart, hebben, op speciale aanschrijvinge van d’Ed: Mogende Heeren Gedeputeerden Staaten deezer Provincie aan d’opgezetene deezes Geregts daar van bij deeze kennis gegeven, werdende dienvolgende een ider gewaarschout zoo veel mogelijk (:egter zonder de nodige assistentie en hulpe te onthoude:) alle communicatie met denzelven geregte aftesnijden, ten eijnde de besmetting naar vermogen onder Gods Zegen, voorgekomen werde. Actum 4 November 1779. Ter ordonnantie voorsz; (getekend) J:De Clefaij 1779. [514]
Dyssenterie bezocht ook het gezin van Roelof van Appeldoorn en hield er danig huis.
● Hij is overleden op 20 november 1811 in Leersum. Oorzaak: De Roode Loop.
Vader Cornelis en jongste kind Gerrit zijn dezelfde dag overleden (20-11-1811).
Het Begraafregister Leersum geeft aan dat Cornelis en 2 kinderen aan de roode loop zijn overleden. Dat zouden dan Gerrit en een paar dagen later Dirkje zijn geweest.
Nog een kind 26-11-1811 (aangiftedatum) is dan Willemijntje geweest.
Lijkschouwing.
Voor lijkschouwing werd er een beroep gedaan op de chirurgijn.
•20-10-1759 Gerrit van Dijk, burgemeester, heeft met de schepenen Pieter Versteeg en Hendrik Cornelissen, met assistentie van Dirk Ligtermaet, chirurgijn, geschouwd het dode lichaam van een verdronken lijk, genaamd Mietje van de Geer, het dochtertje van Dirk van de Geer, won. Leersum. Conclusie: natuurlijke dood. [2476, 2493]
•22-10-1789 Vanwege het subit overlijden van Evert Albertse op zondag 18 deezer moet de chirurgijn van Amerongen het lichaam schouwen. Hij is 25 jaar en overleden ten huize van desselfs nagelatene weduwe te Leersum. Na het openen van den buijk, en de maag gevisiteerd hebbende is vol wateragtig vogt in dezelve bevonden; dog geen door knaging, of onthuijding, van de buijtenste of binnenste bekleedsels daar aan ontdekt. En vermonen hebbende dat deeze man heeft gelabaureerd aan eene heeve braaking, en afgang verzeld, van sterke pijn in den buijk, oordeelt den ondergeteekende, de oorzaake des doods deezes mans is geweest een heevig boot of bort [ ]
Levering medicijnen
Johannes Querngester, chirurgijn te Amerongen levert ook medicijnen.
• 6-1785 Request van Johannes Querngester, chirurgijn te Amerongen dat hij van Cornelia van der Steeg, bevoren wed Willem Teunisse van Achterberg en nu hertrouwd met Rut Arrisse van Wolfenburg een vordering heeft van 72-19 wegens geleverde diensten en medicamenten van 21-8-1779 tot 19-3-1783, en nog 10 stuivers van 17-10-1783 tot • 20-10-1784. Zij wil niet betalen. Daarom heeft hij arrest laten leggen op 2/3 portie van de rogge te velde als van de vier akkers groot vier mergen gelegen in de Weijakkers, jtem van een streepje of halve akker en van een kamp dito, voorts van een hoekje naast het land van Aart Versteeg gelijk ook van een hoekje bij de hofstede thans bewoond wordende bij Andries Beukhof. De overige 1/3 portie competeert aan Andries Beukhof. [2479]
Krankzinnigheid
De chirurgijn moest ook oordelen waar het krank- of zwakzinnigheid betrof.
• 15-9-1796 Antje van Kooij, 33 jaar, zederd eenige tijd een vagabondeerend leeven geleid hebbende is dezelve op gisteren uijt Rheenens Agterberg, met een wagen, hier gebragt, en daar dezelve, van haar verstand scheind beroofd, en alle tekenen van krankzinnigheid heeft, is den drosssaard geauthoriseerd, om haar in bewaring te nemen, en haar des noods te doen sluijten.
• 19-9-1796 Den ondergeteekende Chirurgijn van de Hooge en Vrije Heerlijkheid Amerongen heeft uijt order van der Drossaart van Leerzum G: Weenink op den 16 septemb. 1796 en volgende daagen, gevisiteert tot Leerzen ten huijze van Claas van Geeresteijn seeker vrouwsperzoon (Anna van Kooij) en heb dezelve bevonden te laboreeren aan een zeer hoog gaande verbijstering kranksinnigheid (mania) in t verstand. Waar van getuijgenis geeve op den 19 sept 1796 J:Querngester. [ ]
• 14-11-1806 Jan Brouwer en Gerrigje Wildeman, echtelieden, won. alhier, testeren op elkaar en hun drie kinderen Jan, Willemijntje en Huibert Brouwer. Willemijntje en Huibert hebben gebrekige verstandvermogens. [515, 516]
1850-1900
Als gevolg van de opkomende industrialisatie ontstonden in de 2e helft van de 19e eeuw sociale wantoestanden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken, vanaf 1801 verantwoordelijk voor de volksgezondheid en armenzorg, kwam in 1854 met de Armenwet en in 1865 met een aantal wetten voor de beroepsuitoefening van artsen en apothekers en het Staatstoezicht op de Geneeskunde. De regering hoopte zo een einde te maken aan de epidemieën, die veel slachtoffers maakten en aan de kwakzalverij, die in deze sociale armoede welig tierde.