De dichter Tollens, naar het monumentale gebouw (Tombe van Nellestein) op de heuveltop geklommen en neerziende op de kleine en armoedige huisjes in het ,,Gadt van den Berch”, nu Bredeveen genoemd, werd getroffen door de maatschappelijke tegenstellingen die daaruit spraken, waarop hij het onderstaande dichtte:
‘t Is waar, ‘t gevoel rijst pijnlijk op
Als wij daargins dien heuveltop
Die schitterend witte wanden naken
‘t Is Nellesteins gepleisterd graf
En als wij langs de glooiing af
Aan d’ andere zij, die biezen daken
Die hutten zien van stroo en klei
Daar neergezet in zand en hei
Dan ja, dan wordt ons bij ’t aanschouwen
Dit heerlijk landschap droef en naar
Dan zien we vragend naar elkaar
en d’ uitroep laat zich niet weerhouwen
Voor dooden gindsche praalgebouwen
Voor levenden die kluizen daar.
Armoede, vergelijkbaar met die op Bredeveen (foto Jan Mulder)