Leersum 1815

Na de Franse overheersing zit de schrik er nog goed in! Middels een enquête wil men inzicht krijgen wat de betekenis van o.a. Leersum en Darthuizen is, in militair opzicht.

De Utrechtse gemeenten in 1815 in vraag en antwoord.
Hierna volgt de letterlijke tekst van de antwoorden op 38 vragen (die ver-
kort zijn weergegeven) die in 1815 vanwege het toenmalige Departement
van Oorlog aan de burgemeester middels een vragenlijst werden gesteld.
Deze ingevulde lijsten zijn bewaard gebleven in het provinciaal archief.
(J.C.M. Boon in het gelijknamige boekje, uitgegeven door de Provincie
Utrecht, 1972

Beknopte vragenlijst
1. Bevolking: 718 zielen
2. Woonhuizen: 98 woonhuizen
3. Buitenplaatsen: Twee buitenplaatsen, als Zuilestein en Broekhuizen
4. Publieke gebouwen: Geen
5. Kerken: Een Gereformeerde kerk
6. Boeren/ en arbeiderswoningen: 90
7. Kazernen, hospitalen en stallingen: Geen
8. In te kwartieren manschappen: 170 à 180 manschappen
9. Te stallen paarden: 50 à 60 paarden
10. ´s Lands magazijnen: Geen
11. Gevangenissen: Geen
12. Beurtschepen en veerschepen: Geen, als hebbende deze gemeente geen communicatie met eenige rivieren of vaarten.
13. Fabrieken: Geen fabrijken
14. Ambachtslieden: 1 timmerman, 1 wagenmaker, 1 smid, 3 rogge-broodbakkers, 2 kleermakers, 2 schoenmakers.
15. Wagens met één en twee paarden: 30 wagens met twee paarden
16. Slachtvee: De koeyen en varkens worden niet uitgevoerd. Schapen 2 à 300.
17. Molens: Een wind kooren molen
18. Lengte en breedte van de gemeente: Lengte ¾ uur, breedte 1 uur
19. Naam polders: Geen bijzondere bedijkingen of polders
20. Ligging polders t.o.v. boezemwater: Van geen applicatie
21. Waarin boezemwater zich ontlast: Als vooren
22. Sluizen en watermolens: Als vooren
23. Hoogte waterstand in de winter: Als vooren
24. Soorten grond:
Ongeveer 1200 morgen bouwland
Ongeveer      70 morgen weiland
Ongeveer      75 morgen eeke hakhout
Ongeveer      42 morgen opgaande bomen
Ongeveer     712 morgen hei en veengrond
Totaal 2099 morgen
25. Soorten granen en andere producten: Boekweit en rogge. De proportie 1 deel rogge en 6 delen boekweit
26. Soorten houtgewassen: In eeke akkermaal hout en weinig timmer en brandhout.
27. Soorten delfstoffen: Eenige turf, die veel als tot eige gebruik gebezigd word.
28. Opbrengst koren en hooi: Kooren. Rogge 7 à 800 Utrechtse mudden, boekweit ongeveer 5000 mudden. Geen hooy
29. Wegen: De landweg van Utrecht naar Arnhem, zijnde zandgrond en hebbende een behoorlijk breedte, gaande door hey en bouwland. Voorts een weg op Amersfoort van opgemelde aart en natuur.
30. Verbindingen te water: Geen applicatie
31. Vaardiepte watergangen: Als vooren
32. Schuthoogte watergangen: Als vooren
33. Jaagpaden langs rivieren enz.: Als vooren
34. Overzetveren: Als vooren
35. Doorwaadbare plaatsen: Als vooren
36. Rivieren die in zee uitmonden: Als vooren
37. Waar eb en vloed merkbaar zijn: Als vooren
38. Bekende hoogste stormvloeden: Als vooren