De Scherpenzeelseweg loopt vanaf de Rijksstraatweg ten oosten van de Hervormde Kerk naar het noorden in de richting van het dorp Scherpenzeel.
Het begin van de Scherpenzeelseweg, vanaf de Rijksstraatweg tot aan de negentiende-eeuwse Algemene Begraafplaats, was de eerste weg in Leersum die van bestrating werd voorzien. In 1894 werd dit gedeelte met klinkers geplaveid. Tot in het begin van de jaren twintig van de twintigste eeuw was deze weg nog vrijwel onbebouwd. De weg vertakt zich, net voordat hij de buurtschap Ginkel bereikt, in twee wegen, de Ginkelseweg en het Utrechtsespoor. Oudere namen voor de Scherpenzeelseweg zijn behalve Grindweg ook Woudenbergsche Grindweg 2, 3).
Gezicht op de dorpskom van Leersum uit het noordoosten; met links de Woudenbergsegrindweg. collectie het Utrechts Archief
Heel lang was er geen goede noord-zuid verbinding tussen Leersum en de gebieden en plaatsen ten noorden van de Utrechtse Heuvelrug. Zowel de Maarsbergseweg als de Scherpenzeelseweg waren smalle zandpaden, de zogenaamde schapendriften. Op de kaart boven van Hendrik Verstralen 60) uit 1633 is het zandpad (A) schematisch weergegeven. Links, het noorden, het buurtschap Ginkel (C) en rechts het dorp Leersum (B).
Woudenbergsche Grindweg, thans de Scherpenzeelseweg. collectie Hans van Brenk